Soms hoor ik van een school die met Taakspel werkt dat leerkrachten niet tevreden zijn over de werkhouding en het gedrag van de kinderen. Vaak blijkt dan dat de leerkrachten zijn blijven steken in de uitbreidingsfase van Taakspel. Ze spelen Taakspel drie keer per week tijdens allerlei verschillende soorten lessen. Dat is heel goed, maar de bedoeling is dat je Taakspel doorvoert tot in de generalisatiefase. Pas dan wordt het gewenste gedrag een automatisme voor jou en de kinderen.
Generalisatiefase
Die generalisatiefase start zodra je Taakspel drie dagdelen per week speelt. Bij groepen en leerkrachten die gewend zijn aan Taakspel is dat al aan het begin van het schooljaar. De generalisatiefase duurt tot aan de zomervakantie. Tijdens de generalisatiefase speel je drie dagdelen per week ‘echt Taakspel’ met kaarten en teamposter en beloning. Alle andere dagdelen van de week speel je ‘Taakspel zonder kaarten’ in elke activiteit. Dus ook bij het buiten spelen, het lopen naar gym, het eten en drinken. Hoe doe je dat:
- bij elke activiteit vraag je de kinderen welke picto’s nodig zijn
- je zet de time-timer
- je geeft complimenten aan kinderen en groepjes die zich goed aan de gedragsafspraken houden
- en aan kinderen die elkaar helpen het gewenste gedrag te tonen
- na afloop evalueer je met de kinderen wat goed ging en hoe het morgen nog beter kan. Je besteedt geen aandacht aan ongewenst gedrag
Taakspel zonder kaarten
Op de generalisatiemomenten gebruik je dus geen kaarten meer. En dat is ook de bedoeling van Taakspel! Taakspel is een hulpmiddel dat je helpt om gedrag van kinderen op een positieve manier te sturen. Dit doe je door voorspelbaar te zijn en door aandacht te geven aan gewenst gedrag: alles wat je aandacht geeft groeit.
De generalisatiefase is moeilijk, het vraagt oefening en feedback vanuit klasconsultaties. Maar als het je eenmaal lukt heb je eer van je werk en zit je samen met je klas dagelijks in een positieve flow!