Kansrijk adviseren, recht doen aan het hele kind en niet alleen afgaan op de toetsresultaten. Kinderen en ouders mee laten denken in het advies. Hoe doe je dat zonder conflicten en teleurstellingen?!
Kennis van schoolsoorten VO
Het helpt als je goed weet hoe het onderwijsstelsel in elkaar zit. Elke vorm van voortgezet onderwijs heeft een ander aanbod dat aansluit op andere onderwijsbehoeften. Ben je iemand die leert door te doen, door te onthouden of door verbanden te leggen? Welke routes zijn er naar je lievelingsberoep van architect of politieagent? Niet alleen jij als leerkracht moet dat goed weten, ook de kinderen en hun ouders moeten hierover ingelicht worden. Pas dan kunnen zij meedenken over het schooladvies.
Op tijd beginnen
Als je draagvlak voor het schooladvies wilt creëren moet je de leerling en de ouders/verzorgers op tijd meenemen in de adviesprocedure. Zorg dat ouders op verschillende momenten en op verschillende manieren geïnformeerd worden over het Nederlandse schoolsysteem.
Geef ouders gedurende de hele schoolloopbaan informatie over hoe hun kind leert. Vertel ze over de werkhouding en belangstelling van hun zoon of dochter tijdens verschillende vakken, zowel tijdens instructiemomenten als tijdens zelfstandig werk. Informeer ze dus over de onderwijsbehoeften van hun kind en niet alleen over de resultaten die behaald zijn.
Als je met bovenbouwleerkrachten, IB en directie het voorlopig schooladvies opstelt, doe dat dan eens door pasfoto’s van de leerlingen te sorteren: leg leerlingen met dezelfde mogelijkheden en behoeften bij elkaar. Vertel elkaar waarom je een leerling bij een subgroep neerlegt. Zo kijk je naar het hele kind. Pak pas daarna de resultaten van schoolwerk en het LVS erbij om te kijken hoe die op deze indeling aansluiten.
En geef het kind en de ouders tijd voor inspraak. Als je in groep 7 een voorlopig VO-advies geeft hebben ouders soms een andere schoolsoort voor ogen. Vertel hun welk gedrag je bij de leerling ziet waardoor je tot het huidige advies komt. En vertel welk gedrag nodig is voor de schoolsoort van hun keuze. Soms hebben ouders tijd nodig om te accepteren wat je vertelt. En soms zien ouders iets anders bij hun kind dan jij. Dan is het goed om met het kind plan te maken: wat wil je leren, hoe ga je dat doen en wat heb je van je ouders en school nodig? Geef het kind de kans om te laten zien dat jij het advies moet bijstellen.
Thuissituatie
De thuissituatie van de leerling moet je niet meenemen in het advies. Onbewust doe je dat vaak toch. Wil je weten hoe dit bij jou zit? Doe de check op de site van de onderwijsinspectie. Daar lees je meer over kansengelijkheid in de overgang naar het VO.
Leren van het verleden
Als school kun je je adviesprocedure elk jaar een beetje bijschaven door de adviezen uit eerdere jaren te evalueren. Bekijk hoe de leerlingen het doen in het VO. Zie je verschil tussen leerlingen van wie je het advies hebt opgehoogd na de eindtoets en leerlingen bij wie de eindtoets en jouw advies overeen kwamen? Hoe doen de leerlingen het die je het voordeel van de twijfel hebt gegeven? Vraag na waarom leerlingen niet meer op het geadviseerde niveau zitten. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Alleen met een ‘warme terugdracht’ ontdek je wat het over jullie adviezen zegt. Zoek informatie die je kunt gebruiken om komend jaar nog betere kansrijke adviezen te geven en pas je adviesbeleid hierop aan.